Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat de koning den Joden [35]toeliet, die [36]in elke stad waren, zich te vergaderen, en [37]voor hun leven te staan, om te verdelgen, om te doden en om om te brengen alle macht des volks en des landschaps, die hen [38]benauwen zou, de kleine kinderen en de vrouwen, en [39]hun buit te roven; 35. Hebreeuws, gaf; dat is, toeliet, gelijk Ps.16:10. 36. Hebreeuws, in alle stad en stad; alzo ook vs.17. 37. Dat is, hun leven te verdedigen en voor hun leven te strijden; gelijk Ps.94:16. 38. Of, vijandiglijk aanvallen zouden. 39. Dat is, hun goederen, welke den Joden tot buit gegeven werden. Zie boven, hfdst.3 vs.13.